DEVOPS BEST PRACTICE
Bij DevOps draait het om de samenwerking tussen ontwikkeling en beheer. Daar komt de naam ook vandaan: Dev staat voor Development en Ops voor Operations: DevOps. In DevOps zitten een tweetal kernprincipes: Continuous Integration en Continuous Delivery.
Onder Continuous Integration (CI) verstaan we snelle, geautomatiseerde deployments van de ene omgeving naar de andere. Dat kan de traditionele ontwikkeling test acceptatie en productie (OTAP)-straat zijn, maar ook het kortcyclisch verbinden van zijstraten valt hier onder. Dit geeft de mogelijkheid om snel de kwaliteit van de nieuwe software te testen en te toetsen. Binnen Agile projecten wordt dit vaak gedaan om de afstand tussen ontwikkelaars en testers te verkleinen.
Continuous Delivery (CD) hanteert min of meer hetzelfde principe, alleen is er sprake van nog meer automatisering en nog minder afbakening van een release. Feitelijk is er een volledig geautomatiseerde gang naar productie, zonder menselijk ingrijpen. Alle stappen worden namelijk geautomatiseerd getest in een framework. Continuous Delivery stelt je in staat om zeer frequent in zeer kleine batches software op productie te releasen. Soms zelfs meerdere keren per dag. Die updates zijn zo klein dat de impact van een fout vaak nihil is. Dit wordt ‘geharnast’ door een uitgebreide set aan geautomatiseerde testen die de belangrijkste risico’s afvangen.
Vanwege de vele aspecten van DevOps heeft de IT Management Group een framework ontwikkeld waarin zowel vakspecialistische als generieke DevOps trainingen zijn opgenomen.
Eerstvolgende startdata DevOps Foundation:
_____ _____ __________ _____ _____